Juridische Zaken

Coördinerend portefeuillehouder: Pauline Krikke

Om goed te kunnen omgaan met ingewikkelde juridische aangelegenheden, is het van belang dat de juridische kennis voldoende op niveau blijft. Juristen die meedenken bij de formulering van beleidsdoelen met inachtneming van fair play en vertrouwensbeginsel zijn daarbij van groot belang.

Steeds meer rijkstaken worden overgeheveld naar gemeenten. Zowel het Rijk als de burger verwacht daardoor steeds meer van de lokale overheid. Daarnaast vragen maatschappelijke vraagstukken als een toenemende immigratiedruk (huisvesting van statushouders) en veiligheidsituaties aandacht.
In deze taken van de gemeente speelt juridische advisering een belangrijke rol. De volgende onderwerpen krijgen in 2018 extra aandacht:

Gegevensverwerking

Europese Privacyverordening
In 2016 is de Algemene verordening gegevensbescherming aangenomen, ook wel de Europese privacyverordening genoemd. Deze verordening moet een einde maken aan de versnippering van de privacywetgeving. In Den Haag zijn voorbereidingen getroffen om te zorgen voor een snelle aansluiting op de nieuwe regels. Een van de verplichtingen daarbij is het aanstellen van een Functionaris voor de Gegevensbescherming met ingang van 25 mei 2018. Deze functionaris die verplicht is voor alle publiekrechtelijke organisaties met meer dan 250 medewerkers, is reeds medio 2017 gestart en zal proactief het concernbrede privacybeleid coördineren en fungeren als een interne toezichthouder.

Privacy Impact assessments
Een andere verplichting die de hierboven genoemde Europese privacyverordening met zich brengt is dat alle organisaties (bedrijven en overheid) die persoonsgegevens verwerken, een intern privacybeleid ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens moeten vastleggen in een “Data Protection Impact Assessment (DPIA). Dat is een instrument om vooraf de privacy risico’s van een gegevensverwerking in kaart te brengen en maatregelen te kunnen nemen om de risico’s te verkleinen.

Vastgelegd moet worden welke persoonsgegevens worden verwerkt en met doel dat plaatsvindt, waar de gegevens zich bevinden en hoe de bescherming is geregeld en wat de consequenties en risico’s zijn bij veranderingen in de processen en informatiesystemen waarmee persoonsgegevens worden verwerkt. Een DPIA is verplicht als een gegevensverwerking waarschijnlijk een hoog privacy risico oplevert voor de mensen van wie de organisatie gegevens verstrekt.

De werkgroep van Europese privacy toezichthouders (WP29) - een werkgroep bestaande uit de Europese commissie en één vertegenwoordiger per Europese lidstaat - heeft criteria opgesteld om het risico te bepalen. Tevens zal de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op termijn een lijst publiceren waarvoor een DPIA verplicht is.

Een DPIA kan relevant zijn voorafgaand aan aanbestedingen met het raakvlak persoonsgegevens, met name bij (bepaalde) ICT-aanbestedingen of projecten. Bij de voorbereiding van aanbestedingen zal vanaf mei 2018 actief worden getoetst of sprake is van een verhoogd privacy risico.

Wet Open overheid
Overheden moeten transparantie en openheid betrachten. In dat kader is in april 2016 het wetsvoorstel Wet Open Overheid door de Tweede Kamer aangenomen. Als het voorstel definitief tot wet wordt verheven zal deze de Wob gaan vervangen en de reikwijdte van verplichtingen ter zake van privacy vergroten. De wet beoogt onder meer gemeenten transparanter te maken, verstrekt de actieve openbaarheid door het verplicht stellen van openbaarmaking uit eigen beweging van bepaalde informatie. Ook moeten gemeenten een online beschikbaar register gaan bijhouden van documenten en datasets waarover zij beschikken. Tevens worden de eisen strenger ten aanzien van het onleesbaar maken van informatie in documenten. Afhankelijk van de besluitvorming in de Eerste Kamer zullen gemeenten hierop voorbereid moeten worden. Een eerste impactanalyse geeft in ieder geval aan dat deze wet enorme bestuurslasten met zich mee zal gaan brengen.

Den Haag nationaal en internationaal

De concurrentie tussen wereldsteden als vestigingsadres wordt steeds feller en de promotie/lobby steeds professioneler. Ook wil Den Haag zich internationaal verder profileren op een aantal thema’s zoals veiligheid, waaronder de uitbouw van The Hague Security Delta, de ontwikkeling van het vernieuwende gebiedsgerichte veiligheidsbeleid in de Internationale Zone en de organisatie van evenementen en internationale conferenties. De gemeente beschikt met zijn twee juridisch bestuursadviseurs over een goed nationaal en internationaal netwerk in de juridische wereld. De juridisch bestuursadviseurs kunnen daarom inbreng leveren bij het wervingsbeleid van de gemeente. Tevens kunnen zij juridische ondersteuning bieden bij de daadwerkelijke vestiging van (internationale) bedrijven, organisaties en evenementen in Den Haag.

Digitale correspondentie gerechtelijke instanties

Online corresponderen en procederen gaat binnen enkele jaren verplicht worden. Dit heeft consequenties voor de gemeentelijke dossiervorming maar ook voor de communicatie met de rechtspraak.

Vanaf 2016 is daarom binnen de gemeente ingezet op de digitalisering van de gemeentelijke dossiers.
Deze digitalisering heeft ook betrekking op de behandeling van bezwaarschriften met als doel meer efficiëntie en een betere toegankelijkheid van de dossiers. De digitalisering van gemeentelijke dossiers zal naar verwachting in 2018 grotendeels gereed zijn.

In het kader van de digitale communicatie met de rechtspraak wordt ook binnen de rechtspraak al hard gewerkt aan een moderne rechtsgang waarbij digitalisering en innovatie een grote rol gaan spelen.

Den Haag als slagvaardige organisatie

Organisatie juridische functie
Een van de doelstellingen van het coalitieakkoord 2014 -2018 is een slagvaardige organisatie. Bundeling van de juridische functie maakte daarvan onderdeel uit. Het streven was daarmee de kwaliteit en de eenduidigheid van de advisering aan het gemeentebestuur (strategisch en qua uniformiteit en integraliteit) te verhogen. Het kan bovendien tot besparingen leiden (effectievere inzet mensen, taken op 1 plek, centrale sturing - ook financieel- op inzet externen, optimaliseren van werkprocessen). De uitwerking van deze bundeling zal ook voor eind 2017 haar beslag krijgen.

Inzetten op eigen capaciteit
Ook in 2018 zal onverminderd ingezet worden op een verdere terugdringing van de kosten van externen. Over het geheel genomen zijn de kosten van inhuur van externe juridische capaciteit ten opzichte van de afgelopen jaren gedaald, maar deze kunnen verder omlaag. Al een paar jaar zet de gemeente in op benutting van de eigen beschikbare kennis en uitbreiding daarvan. Dit gebeurt onder andere door kwaliteitseisen aan juristen te stellen, een intern opleidingsprogramma te organiseren, een juridische helpdesk en juridisch accountmanagement. Ook haalt de gemeente expertise waarop een beroep wordt gedaan, zelf in huis.

Actueel Mandaat
In verband met een herstructurering en de bundeling van de bedrijfsvoeringvan de gemeentelijke organisatie zullen er nieuwe organisatieonderdelen worden gevormd en bestaande taken binnen andere diensten worden belegd. Als gevolg daarvan is het noodzakelijk om bestaande mandaten aan te passen omdat deze betrouwbaar en actueel moeten zijn.

Overige (Europese) ontwikkelingen Staatssteun

De Europese Commissie heeft het toepassingsgebied van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) uitgebreid waarin bepaalde vormen van overheidssteun voor havens en luchthavens zijn opgenomen en de steunmogelijkheden voor onder andere cultuur zijn verruimd.

Overheden kunnen straks investeringen uitvoeren in regionale luchthavens en tevens exploitatiesteun geven aan kleine luchthavens om kosten te dekken. Ook voor zeehavens en binnenhavens is het dan mogelijk om investeringssteun te verlenen. Voor Den Haag betekent dit dat het makkelijker wordt om investeringen te doen in havens omdat zee- en binnenhavens vrijgesteld zullen worden van het onderzoek in het kader van de EU-staatssteunregels.

De hierboven genoemde verruimingen van het toepassingsgebied hebben ook betrekking op cultuur, multifunctionele infrastructuur en regionale steun. Daarnaast wordt het nu mogelijk om starterssteun te verlenen aan start-up projecten: startende ondernemingen met vernieuwende en innovatieve ideeën van jonger dan vijf jaar. Deze start-up projecten worden nu nog aanbesteed.

Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties
Opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp’ers) hebben graag zekerheid over de arbeidsrelatie die ze met elkaar aangaan. Door de Invoering van Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (wet DBA) zijn zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers verantwoordelijk voor de risico’s die verbonden zijn aan het aangaan van een arbeidsrelatie. Sinds de start van de wet DBA werd duidelijk dat de arbeidswetgeving niet meer past bij de huidige praktijk voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Omdat onderzocht moest worden of de arbeidswetgeving herijkt kon worden was de handhaving van de wet opgeschort tot 1 januari 2018. Omdat opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd moeten krijgen om hun werkwijze zo nodig aan te passen is deze termijn inmiddels verlengd tot 1 juli 2018.

Tot die tijd kunnen zij geen correctieverplichtingen, boetes of naheffingen krijgen als achteraf wordt geconstateerd dat er (toch) sprake is van een dienstbetrekking. Een nieuw kabinet beslist over wat er verder gebeurt met de wet DBA. Vanwege specifieke deskundigheid die daarvoor nodig is, heeft gemeente voor de gemeente brede inhuur van ZZP-ers een ‘broker’ aanbesteed die de inhuur verzorgt en controleert. Binnen de gemeente wordt een Capaciteitsdesk ingericht die de inhuur van uitzendkrachten en ZZP-ers faciliteert.

Algemene Inkoopvoorwaarden gemeente Den Haag 2009 (AIV 2009)
De algemene inkoopvoorwaarden die de gemeente gebruikt bij inkopen en aanbestedingen (de AIV 2009) zijn (deels) aan actualisatie toe. Daarnaast is er behoefte aan meer maatwerk bij de keuze van inkoopvoorwaarden en wordt hiervoor aangesloten bij actuele, bestaande en op de markt bekende modellen.Het college zal naar verwachting in het derde of vierde kwartaal 2017 besluiten de AIV 2009 in te trekken en andere landelijk bekende en veel gebruikte voorwaarden (van de VNG) te gaan hanteren bij gemeentelijke inkopen en aanbestedingen. De organisatie wordt vervolgens uitvoerig geïnformeerd over het gebruik en de toepasselijkheid van de verschillende voorwaardenmodellen.

E-facturatie
In 2015 is de richtlijn 2014/55 inzake elektronische factureringen voor overheidsopdrachten in werking getreden. De verplichtingen uit de richtlijn moeten uiterlijk 27 november 2018 in nationale wetgeving zijn omgezet. Dit betekent dat gemeenten voor die tijd al hun rekeningen voor de uitvoering van overheidsopdrachten elektronisch moeten factureren.

Er komt een nieuwe eenduidige standaard voor de uitwisseling van e-facturen tussen (decentrale) overheden en leveranciers. Een digitaal bestand (maar geen pdf) dat automatisch verzonden en ingelezen kan worden door factureringssystemen. Door de nieuwe EU-standaard is er geen discussie meer tussen leveranciers en (decentrale) overheden over hoe hun facturen eruit moeten zien