Vernieuwing BBV: activeren investeringen met een maatschappelijk nut

Met ingang van 2017 is het BBV gewijzigd. Onderdeel van deze wijziging is dat investeringen in de openbare ruimte (‘activa met een maatschappelijk nut’) voortaan verplicht geactiveerd moeten worden, waar voorheen de keuzemogelijkheid bestond om de investering uit de exploitatie te dekken. Het gaat hierbij dan om tunnels, bruggen, fietspaden, wegen enz. Het is belangrijk te beseffen dat het hier vooral een andere manier van presenteren van de investeringen betreft. Uiteindelijk wordt de gemeente er niet rijker of armer van. De wijziging van het BBV leidt ertoe dan ook de gemeentelijke uitgangspunten voor het omgaan met investeringen in overeenstemming met het BBV moeten worden gebracht. Daarbij is een aanvullend uitgangspunt van het college, zoals eerder gemeld in de Voorjaarsnota 2017, dat deze aanpassing zoveel mogelijk budgettair neutraal wordt doorgevoerd. In de commissiebrief “aanpassingen en verbeteringen in het financieel beheer van de gemeente Den Haag” wordt dit nader toegelicht. Dit najaar zal in een wijziging van de verordening Financieel Beheer en Beleid aan de raad de nadere afspraken cq. wijzigingen voorgelegd. Het gaat hierbij voornamelijk om:

Activeringsgrens

Het BBV schrijft voor dat activa met een maatschappelijk nut geactiveerd dienen te worden. Binnen de grenzen van het BBV is het toegestaan met een activeringsgrens te werken. Dit komt erop neer dat investeringen onder deze grens niet geactiveerd worden, maar rechtstreeks in de exploitatie worden verantwoord. Het college stelt voor om voor Den Haag een activeringsgrens van € 2,5 mln. te hanteren voor activa met een maatschappelijk nut. Voor de bepaling van de investeringsgrens is rekening gehouden met investeringen die logischerwijs met elkaar samenhangen. Het gaat dan om investeringen die afzonderlijk minder dan € 2,5 mln. kosten, maar waarvan het geheel deze grens overstijgt. Voorbeelden hiervan zijn verschillende maatregelen in het kader van één sterfietsroute (beleidsmatige samenhang), herinrichtingen die uit meerdere onderdelen bestaan. In deze gevallen is de som van de projecten bepalend en niet die van de afzonderlijke onderdelen.

Activeringsgrens (vervangings)investeringen buitensport

De afgelopen jaren is veel gesproken over het activeren van kunstgrasvelden. Mede naar aanleiding van de wijzigingen in het BBV voor de investeringsvoorschriften stelt het college voor de kunstgrasvelden, en overige (vervangings)investeringen bij (buiten)sport, voortaan te activeren met een activeringsgrens van € 0,1 mln. Hiermee wordt aangesloten met de uitgangspunten die voor investeringen in vastgoed gelden.

Effecten BBV wijzigingen

Voor grote investeringen met maatschappelijk nut hanteerde de gemeente bij voorkeur altijd al het systeem van activeren en de daarbij behorende (structurele) kapitaallasten. Voor zover de bestaande investeringen uit structurele kapitaallasten worden gedekt, heeft de wijziging van het BBV geen effect. Daarnaast dekt de gemeente investeringen met maatschappelijk nut uit incidentele middelen. Voorheen liepen deze investeringen via de baten en lasten, zodat ze jaarlijks binnen de desbetreffende begrotingsprogramma’s waren opgenomen. Nu moeten ze geactiveerd worden, waardoor het als materiële vaste activa op de balans terecht komt, en hier vervolgens jaarlijks op wordt afgeschreven. Om deze jaarlijkse kapitaallasten te kunnen dekken worden nu middelen toegevoegd aan de gemeentelijke activareserve. Het betreffen onvermijdelijke lasten die op deze wijze budgettair neutraal in de begroting worden verwerkt.